Op 14 en 15 september was het foodtruckfestival Blije Bietjes. Tussen al dat heerlijke eten stond de kleurrijke tent van Blije Meisjes, klaar om mensen kennis te laten maken met de winkel en een stukje geluk bij te brengen aan de bezoekers.

Het stukje geluk geven is zeker gelukt. Terwijl mensen van hun eten konden genieten, waren er een aantal muziekartiesten uitgenodigd om bij te dragen aan de sfeer. Eén van die bands was de garagerockband Wilson A. Na hun optreden besloten ze zelf een rondje over het festivalterrein te lopen. Gitarist Ryan Wellekes vond daar een vintage blazer van Boss, met een donkergroene kleur en een passend ruitenpatroon. Zoals Jeannette eerder verliefd werd op de blazer, werd dezelfde liefde voor het jasje uitgedragen door de muzikant. De gitarist heeft een mooi stukje geschreven hoe dit voor hem was:

“Dat we een live show speelden op een food festival zou reden genoeg geweest moeten zijn dat ik me had kúnnen bedenken dat het festival over meer ging dan alleen voedsel. Na afloop van onze set maakten we een praatje met twee medewerkers van vintage kledingcollectief “Blije Meisjes”, waarna we besloten om gezellig eens langs te komen bij het kraampje. Daar vond ik de jas die alles zou doen veranderen. Hij paste als gegoten en contrasteerde heerlijk rebels met de felgroene Adidas joggingbroek die ik zo graag draag op het podium. Mijn bandgenoten waren minstens net zo enthousiast als ik, en ik wist dat ik hem nu wel zou móeten kopen. Na wat mentale financiële calculaties betreffende huur, energiekosten en snelheidsovertredingen op afbetaling, gaf ik met lood in mijn schoenen toe dat het in mijn situatie niet verstandig zou zijn om het jasje te kopen. Nadat ik wel vijf of zes keer had gejammerd bij mijn bandleden over hoe graag ik het jasje wel niet gewild zou hebben, werd ik aangesproken door één van de medewerkers. Ze vertelde me dat muziek verbindend werkt en dat ze om die reden graag wilde dat ik het jasje alsnog – kosteloos – aan wilde nemen. Ik snapte nog niet helemaal wat ze precíes bedoelde met het verbindende aspect van muziek, maar ik nam, weliswaar ontroerd, het jasje maar al te graag aan. Pas later begreep ik wat ze ermee bedoeld zou kunnen hebben.

We zijn aan het eind van de dag maar een kleine band en spelen ook met name in regio Haarlem / Amsterdam. Voor ons was het om die reden dan ook erg waardevol om voor een nieuw, Harderwijk’s publiek te spelen. Tijdens de set dacht ik persoonlijk enige twijfel te bemerken bij het publiek, maar ik was ontzettend verrast en ontroerd door de lieve reacties van de toeschouwers na de show. De jas, maar vooral ook het ontzettend lieve verhaal erachter, vervolgde zijn verbindingsmissie met een kleinschalige bandcompetitie-avond in een havengebied van Amsterdam. De jas bracht zowaar geluk: we stroomden door naar de halve finale in Paradiso; een jongensdroom in vervulling. Oók in Paradiso wist de jas het publiek te bereiken en hoorden wij dat we doorstroomden naar de finale in de Melkweg, Amsterdam op 23 november a.s. De jas zal vanzelfsprekend hier ook gedragen worden.

Los van het bijgeloof in de mate waarin de blazer ons geluk brengt, weet ik één ding zeker: niet alleen het jasje, maar het verhaal achter het ontzettend lieve gebaar van de donatie ervan, gaan het land door en het verhaal wordt gehoord door mensen die nog nooit een voet hebben gezet in Harderwijk. Als dat niet verbindend werkt, dan weet ik het ook niet meer.

Met heel veel liefs,

Ryan Wennekes & Wilson A”

Wij bij Blije Meisjes hebben ontzettend genoten van zijn mooie woorden en hopen dat jij dat ook kan. Op 23 november staat Wilson A. in de Melkweg voor de finale van de Amsterdamse Popprijs. Het begint om 18.30. Zes bands trekken alles uit de kast om de winst te behalen. Ryan trekt natuurlijk zijn nieuwe BOSS blazer uit de kast. Wilson A, ontzettend veel succes en blij geluk toegewenst!

Van een blazer die Jeannette vanuit een waardevol idee heeft gedoneerd aan een band tot bijna winnaar: lees hier het verhaal hoe muziek een verbindende factor heeft gespeeld tijdens Blije Bietjes!

door: Marije Kruithof